Cur­ri­cu­lu­m­im­ple­men­ta­tie in deel­tijds kunstonderwijs

Wan­neer je met het vol­le­di­ge team leer­p­lan­doe­len naar de les­prak­tijk con­cre­ti­seert, krijg je een zicht wat er te leren valt, werk je aan onder­lin­ge samen­hang en con­ti­nu­ï­teit, ver­bind je de doe­len met een gedeel­de taal en zet je belang­rij­ke stap­pen rich­ting een opti­ma­le leer­lin­gen­be­ge­lei­ding en kwaliteitszorg.

Om bepaal­de inhoud op deze pagi­na te bekij­ken moet je aan­ge­meld zijn in onze ledenzone.

Meld je aan

1. Start van­uit je artis­tiek-peda­go­gisch project

Artis­tiek-peda­go­gisch pro­ject indien nodig actu­a­li­se­ren (bor­gen, ban­nen en bij­stu­ren).
De aca­de­mie ver­woordt samen met het team kort, krach­tig en dui­de­lijk de visie aan de hand van haar kernwaarden.

  • Waar­voor staan jullie?
  • Wat vin­den jul­lie geza­men­lijk belangrijk?
  • Waar­voor staat de academie?
  • Hoe zien jul­lie de aca­de­mie in de toekomst?
Licht toe hoe de orga­ni­sa­tie van jul­lie aca­de­mie is afge­stemd op deze visie. Wel­ke acties dra­gen onze visie uit?
  • Het artis­tiek-peda­go­gisch pro­ject dient gedra­gen te zijn door het vol­le­dig team.
  • Com­mu­ni­ceer het artis­tiek-peda­go­gisch pro­ject naar ouders en leer­lin­gen, ze wil­len weten wat de aca­de­mie belang­rijk vindt en wat de aca­de­mie uniek maakt.
  • Eva­lu­eer het artis­tiek-peda­go­gisch pro­ject regel­ma­tig. Sla­gen jul­lie erin om te doen wat jul­lie belang­rijk vinden?

2. Kies een leerplan

De aca­de­mie kiest een leer­plan dat aan­sluit bij haar eigen­heid en visie.

3. Aca­de­mie-eigen vertaling

Sta in team stil bij het artis­tiek-peda­go­gisch pro­ject van je aca­de­mie. Wel­ke kern­waar­den en kern­woor­den neem je mee om het leer­plan te con­cre­ti­se­ren? Ver­trek van­uit de onder­ver­de­ling van het leerplan.

Elk leer­plan gebruikt eigen benamingen.

  • Voor OSVG-podi­um­kun­sten zijn dit de kerncompetenties.
  • Voor Het Speel­veld zijn dit de leervelden.
  • Voor Kun­stig Com­pe­tent zijn dit rol­len bij de podi­um­kun­sten en de ont­wik­ke­lings­ge­bie­den bij de beel­den­de en audio­vi­su­e­le kunsten.

Omschrijf in con­cre­te leer­doe­len of leer­in­hou­den wat jul­lie op het ein­de van een graad mini­maal van de leer­lin­gen ver­wach­ten. Over­leg vol­doen­de om te komen tot een onder­bouw­de hori­zon­ta­le en ver­ti­ca­le samenhang.

  • Wat bete­kent elke onder­ver­de­ling van het leer­plan voor ons team?
  • Wat bete­kent elk leer­p­lan­doel uit het leer­plan voor ons team? (Deze stap is niet nood­za­ke­lijk bij het leer­plan OVSG-podiumkunsten.)
  • Waar stre­ven jul­lie geza­men­lijk naar? Wat ver­wach­ten jul­lie als team bij de leer­p­lan­doe­len dat de leer­lin­gen mini­maal ken­nen en kun­nen op het ein­de van de graad?
  • Wel­ke geza­me­lij­ke afspra­ken maak je over het berei­ken van de doelen?
    • Wat als de doe­len eer­der of tra­ger bereikt wor­den dan het ein­de van de graad?
    • Wan­neer heeft een leer­ling extra bege­lei­ding nodig om de doe­len te bereiken?
    • Op wel­ke manier sti­mu­le­ren we excel­le­ren­de leerlingen?

We geven graag enke­le tips bij het opstel­len van aca­de­mie-eigen leerdoelen.

  • Ver­trek van­uit het leer­plan en het artis­tiek-peda­go­gisch pro­ject om leer­doe­len op te stellen.
  • For­mu­leer de leer­doe­len een­vou­dig en concreet.
  • Maak enkel­vou­di­ge leer­doe­len1 werk­woord, geen en’-constructies.
  • Gebruik actie­ve han­de­lings­werk­woor­den in de leerdoelen.
  • For­mu­leer objec­tief eva­lu­eer­ba­re leer­doe­len. Gebruik geen bij­voeg­lij­ke naamwoorden.

4. Les­doe­len

Denk na over hoe je de leer­lin­gen de doe­len aan­reikt. Hoe kun­nen de leer­lin­gen de doe­len rea­li­se­ren? Ver­fijn de leer­doe­len en spe­ci­fi­ceer ze even­tu­eel tot vak­spe­ci­fie­ke lesdoelen.

Ver­werk deze leer- of les­doe­len in een plan­nings­do­cu­ment om ze even­wich­tig te ver­de­len en in te plan­nen over kor­te en lan­ge ter­mijn. Je hoeft niet alle leer­p­lan­doe­len in 1 jaar te berei­ken. Je hebt er de vol­le­di­ge graad de tijd voor.

Sta je met meer­de­re lera­ren in een­zelf­de graad bij dezelf­de groep leer­lin­gen? Dan is over­leg belang­rijk. Wie geeft wel­ke leer­in­hou­den? Hoe volg je de leer­lin­gen op?

Enke­le han­di­ge richt­vra­gen.

  • Hoe ga je met de leer­doe­len aan de slag in de klas of het atelier?
  • Hoe breng je de leer­doe­len in jouw les­sen aan?
  • Hoe plan je dit in? Wan­neer werk je waar­aan? Wel­ke werk­vor­men zet je in?
  • Hoe zorg je ervoor dat jouw leer­lin­gen de leer­doe­len nastre­ven en behalen?
  • Heb je een leer­ling met een indi­vi­du­eel aan­ge­past cur­ri­cu­lum of IAC in de klas? Wel­ke leer­doe­len op maat zijn geschikt voor deze leerling?
  • Wel­ke uit­brei­dings­doe­len zet je voor excel­le­ren­de leer­lin­gen in?
  • Hoe eva­lu­eer je elk leer­p­lan­doel accuraat?
  • Wel­ke eva­lu­a­tie­vorm kies je voor welk leer­doel? Wie betrek je bij de ver­schil­len­de evaluaties?

5. Eva­lu­a­tie­be­leid

Het eva­lu­a­tie­be­leid ver­dui­de­lijkt onder ande­re de manier waar­op de aca­de­mie eva­lu­eert, rap­por­teert en ori­ën­teert. Het eva­lu­a­tie­be­leid moet team­breed gedra­gen zijn en krijgt een plek in het academiereglement.

  • Wat is zin­vol om te com­mu­ni­ce­ren? Wat neem je op in de rapportage?
  • Hoe com­mu­ni­ceer je het evaluatiebeleid?
  • Hoe breng je de begin­si­tu­a­tie en de leer­vraag in kaart?
  • Hoe ga je na of alle leer­p­lan­doe­len geë­va­lu­eerd worden?
  • Hoe volg je het leer­pro­ces op kor­te en lan­ge ter­mijn op? Wan­neer eva­lu­eer je of een doel bereikt wordt?
  • Hoe bewaak en stuur je de kwa­li­teit van het eva­lu­a­tie­be­leid bij?

Een goed evaluatiebeleid …

  • is trans­pa­rant en dus voor ieder­een dui­de­lijk zicht­baar en kenbaar
  • is vali­de en dus geba­seerd op het geko­zen en goed­ge­keur­de leer­plan
  • is betrouw­baar en dus objec­tief en pas­send bij de didac­ti­sche aanpak
  • bevat dui­de­lij­ke cri­te­ria om de leer­lin­gen aan het ein­de van de graad te evalueren
  • duidt hoe de inde­ling en de klas­or­ga­ni­sa­tie het leren bevordert
  • duidt hoe de aca­de­mie het leren zicht­baar maakt
  • duidt hoe je het leer­pro­ces van de leer­lin­gen onder­steunt
  • duidt een samen­hang tus­sen de leer­lin­ge­ne­va­lu­a­ties over de school­ja­ren heen.

Meer info? We werk­ten een han­di­ge check­list voor een goe­de eva­lu­a­tie­fi­che uit.

6. Maak leren zichtbaar

Maak de leer­lin­gen de leer­p­lan­doe­len en leer­doe­len zicht­baar. Zo weten ze wat er van hun ver­wacht wordt.

Ver­werk de leer­p­lan­doe­len bij­voor­beeld in de visie­tek­sten van de ver­schil­len­de stu­die­rich­tin­gen en opties op de web­si­te, in het inta­ke­ge­sprek, in een fol­der, in de klasagen­da, op affi­ches, in de klas­sen of ateliers, …

7. Bespreek leervorderingen

Regel­ma­tig in dia­loog gaan met elke leer­ling over het leer­pro­ces en de leer­vor­de­rin­gen is belang­rijk.
De aca­de­mie moet min­stens 2 keer per school­jaar met iede­re leer­ling zijn leer­vor­de­rin­gen bespre­ken aan de hand van een schrif­te­lij­ke of digi­ta­le neerslag.

  • Wat is het effect van de eva­lu­a­tie? Is de eva­lu­a­tie zinvol?
  • Slui­ten onze eva­lu­a­tie­fi­ches aan bij ons eva­lu­a­tie­be­leid in de academie?
  • Wan­neer wordt de eva­lu­a­tie­fi­che met de leer­ling bespro­ken?

8. Kwa­li­teits­zorg

Neem als team en als leraar voor­al vol­doen­de tijd om je aan­pak uit te wer­ken en te imple­men­te­ren. Sta zeker ook stil bij de leer­ef­fec­ten. Reflec­teer regel­ma­tig over de din­gen die je doet en ga daar­bij na of de din­gen waar­aan je werkt het juis­te effect heb­ben. Doe dit zowel met het team, de vak­groep en als indi­vi­du­e­le leraar. Dub­bel gewon­nen – zo kan je suc­ces­sen vie­ren en bij­stu­ren waar het nodig is.

  • Zijn we bezig met de juis­te dingen?
  • Doen we de juis­te din­gen goed?
  • Hoe weten we dat? Wel­ke effec­ten mer­ken we bij de leer­lin­gen? Vin­den ande­ren dat ook?
  • Wat doen we al? Wat doen we een beet­je? Wat nog niet?
  • Wat doen we met die wetenschap?

Heb je een vraag?

Elke Cou­vreur
02 50 65 073

Zoek je het alge­me­ne con­tact van een dienst?

Ga naar de contactpagina