Elke school dient een talenbeleid te voeren, ingebed in de specifieke context van de school. Scholen doen er goed aan talendiversiteit te omarmen en positief te benutten. Dit vraagt gelijkgerichte visie en effectieve onderwijskundige aanpak.
De pedagogische begeleiding van OVSG gaat uit van een aantal krachtlijnen in verband met taalonderwijs – de kracht van meertaligheid, Nederlands als verbindings- en leertaal en een rijke en stimulerende leeromgeving. Daarnaast is het belangrijk dat elke school de autonomie heeft om impliciete en expliciete afspraken over het leren van taal te maken.
Wanneer de ouders van sommige leerlingen geen Nederlands spreken, verloopt de communicatie soms moeizaam. Een tolk kan dan soelaas brengen. Er zijn verschillende mogelijkheden.
De beheersing van de Nederlandse taal is nog vaak een bepalende factor in het beoordelen van de kennis van anderstalige en taalarme kinderen. Toch is een lager beheersingsniveau geen indicatie voor onvoldoende algemene, abstracte kennis. Het kind kan logisch denken en handelen omdat het probleemoplossend denkt en handelt vanuit de moedertaal. Het is aan de leerkracht om anderstalige of taalarme kinderen te observeren om de kennis van deze kinderen objectief te kunnen peilen.
Een taal leer je door ze te horen en te spreken. Oefenen is belangrijk om een taal onder de knie te krijgen. Een ouderwerking die openstaat voor alle ouders kan op een relatief eenvoudige manier oefenkansen bieden. De school kan hierin ondersteunen of zelf oefenkansen creëren.