Leer­plan­nen podiumkunsten

Voor elk domein in de podi­um­kun­sten – Dans, Muziek en Woord­kunst-Dra­ma – bie­den we een leer­plan aan. Alle leer­p­lan­doe­len zijn gecon­cor­deerd met de basis­com­pe­ten­ties en de beroeps­kwa­li­fi­ca­tie­dos­siers van de Vlaam­se over­heid. Deze leer­plan­nen podi­um­kun­sten kre­gen goed­keu­ring tot sep­tem­ber 2026.

De leer­plan­nen voor de domei­nen Dans, Muziek en Woord­kunst-Dra­ma omvat­ten alle leer­p­lan­doe­len van de eer­ste tot en met de vier­de graad. Voor de vier­de graad zijn de leer­p­lan­doe­len per stu­die­rich­ting geordend.

  • Dans
    • Ama­teur ver­tol­kend danser
    • Ama­teur cre­ë­rend danser
    • Ama­teur choreograaf
  • Muziek
    • Ama­teur ver­tol­kend muzikant
    • Ama­teur cre­ë­rend muzikant
    • Ama­teur dj
    • Ama­teur dirigent
  • Woord­kunst-Dra­ma
    • Ama­teur ver­tol­kend acteur
    • Ama­teur cre­ë­rend acteur
    • Ama­teur regisseur

Kern­com­pe­ten­ties

Het leer­plan han­teert het­zelf­de orde­nings­ka­der als de basis­com­pe­ten­ties, met name de volg­or­de van de 6 kern­com­pe­ten­ties.

  1. Indi­vi­du­e­le gedre­ven­heid tonen – de leer­ling ver­trouwt op de eigen expres­sie­mo­ge­lijk­he­den en wil zijn cre­a­tie­ve resul­ta­ten tonen
  2. Cre­ë­ren en (drang tot) inno­ve­ren – de leer­ling komt actief en uit zich­zelf met artis­tie­ke vorm­ge­vin­gen, bena­de­rin­gen en inzichten
  3. Vak­des­kun­dig­heid inzet­ten – de leer­ling zet ver­wor­ven kunst­vorm spe­ci­fie­ke kwa­li­tei­ten in bij het gebruik van een artis­tie­ke uitdrukkingsvorm
  4. Onder­zoe­ken – de leer­ling ana­ly­seert, reflec­teert en com­mu­ni­ceert over pro­ces en product
  5. Rela­ties bou­wen en samen­wer­ken – de leer­ling kan eigen talent en des­kun­dig­heid ten dien­ste stel­len van een gemeen­schap­pe­lijk artis­tiek doel of project
  6. Pre­sen­te­ren – de leer­ling toont pro­ces en/​of pro­duct aan een publiek

De 6 kern­com­pe­ten­ties vor­men één geheel, zijn even­waar­dig en ver­ster­ken elkaar.

Opbou­wen­de leerlijnen

Alle leer­p­lan­doe­len maken deel uit van logisch opbou­wen­de leer­lij­nen met leer­p­lan­doe­len voor de eer­ste tot en met de vier­de graad. Deze leer­lij­nen maken de opbouw van het leer­pro­ces dui­de­lijk. Zo ziet de leer­kracht in één opslag via wel­ke tus­sen­doe­len een eind­doel dient bereikt te worden.

  • Soms zijn leer­lij­nen heel een­vou­dig opge­bouwd. Zo groeit een doel van­uit de eer­ste graad opbou­wend ver­der naar de vol­gen­de graden.
  • Leer­lij­nen kun­nen ook uit­plooi­en en inplooi­en. Doe­len kun­nen in ver­schil­len­de gra­den com­plexer wor­den en dus meer of min­der aspec­ten bevat­ten. Zo kan een leer­lijn over de gra­den heen meer of min­der doe­len bevatten.

Door­heen de oplei­ding ver­werft een leer­ling inzicht in de samen­hang tus­sen de 6 kern­com­pe­ten­ties. Naar­ma­te het leer­pro­ces vor­dert en de leer­ling meer naar het ama­teur­kun­ste­naar­schap groeit, vor­men de kern­com­pe­ten­ties ook steeds meer een geïn­te­greerd geheel en ver­vaagt de grens tus­sen de kern­com­pe­ten­ties. Daar­om bevat het leer­plan ook 2 trans­ver­sa­le leerlijnen.

  • Een leer­lijn over het begrij­pen van de samen­hang tus­sen de 6 kerncompetenties.
  • Een leer­lijn over het inte­gre­ren van de 6 kern­com­pe­ten­ties in de praktijk.

Dimen­sies en beheersingsniveaus

De in de leer­doe­len ver­vat­te han­de­lings­werk­woor­den zijn her­ken­baar en maken de doe­len trans­pa­rant. De leer­kracht kan zo met­een met de leer­p­lan­doe­len aan de slag. Deze bevat­ten alle infor­ma­tie die nodig is om aan het leer­p­lan­doel te wer­ken en het doel te kun­nen evalueren.

De leer­p­lan­doe­len wor­den gro­ten­deels gefor­mu­leerd in een gemeen­schap­pe­lij­ke taal over de domei­nen heen. Waar nodig scha­kelt het leer­plan over op een domein­spe­ci­fie­ke formulering.

Alle leer­p­lan­doe­len zijn aan één of meer­de­re beheer­sings­ni­veaus gekop­peld. Alle leer­p­lan­doe­len in de leer­lij­nen zijn gekop­peld aan beheer­sings­ni­veaus in drie dimen­sies (Rom­baut, Mol­ein en Van Seve­ren, 2020).

  • De cog­ni­tie­ve dimen­sie – dit gaat over ken­nis en cog­ni­tie­ve processen.
  • De affec­tie­ve dimen­sie – dit gaat over atti­tu­des, moti­va­tie, inte­res­ses, voor­keu­ren, over­tui­gin­gen, menin­gen, waar­den en gevoelens.
  • De vaar­dig­heids­di­men­sie – dit gaat over de ont­wik­ke­ling van vaardigheden.

Doe­len kun­nen aan meer­de­re dimen­sies gekop­peld zijn. De sys­te­ma­tiek houdt reke­ning met de inscha­ling van de stu­die­rich­ting vol­gens de Vlaam­se Kwa­li­fi­ca­tie­struc­tuur.

  • VKS-niveau 3 ama­teur ver­tol­ken­de profielen
  • VKS-niveau 4 ama­teur cre­ë­ren­de profielen
  • VKS-niveau 5 ama­teur regis­seur podi­um­kun­sten, ama­teur cho­re­o­graaf, ama­teur diri­gent en beiaardier

Voor de vier­de graad gel­den de beroeps­kwa­li­fi­ca­ties.

De mate waar­in en het niveau waar­op een leer­ling een leer­p­lan­doel moet beheer­sen en dus moet ken­nen en kun­nen, geven we aan met han­de­lings­werk­woor­den en ver­wijs­woor­den. Die ver­wach­tin­gen resul­te­ren in inhou­de­lijk opbou­wen­de leer­lij­nen over de gra­den heen.

Inspi­ra­tie in DKO-kompas

Ons DKO-kom­pas bevat heel wat inspi­ra­tie om jou en je team te hel­pen bij de ver­ta­ling van de doe­len op maat van je aca­de­mie-eigen pro­ject en con­text, onge­acht het leer­plan waar­mee je werkt. Het helpt leer­krachten­teams om leer­p­lan­doe­len te con­cre­ti­se­ren naar de eigen les­sen. Je kan er ook alle OVSG-leer­plan­nen downloaden.

Raadpleeg het DKO-kompas Meer info

Heb je een vraag?

Elke Cou­vreur
02 50 65 073

Verdiep je verder

Zoek je het alge­me­ne con­tact van een dienst?

Ga naar de contactpagina