03/10/2022

Nog veel vragen en onduidelijkheden over Vlaamse toetsen

Vanaf 2024 moeten alle leerlingen Vlaamse toetsen afleggen op vier momenten in hun schoolloopbaan. Op zich is OVSG hier niet tegen gekant. Onze scholen gebruiken al 30 jaar de OVSG-toets om de eigen kwaliteit te monitoren en verbeteren. En dat werkt. Toch hebben we een aantal fundamentele bezorgdheden.

Leerlingen maken digitale toets

Zo is het universitair steunpunt nu al twee jaar toetsen aan het ontwikkelen. Sommige beslissingen waren dus al genomen zonder enige vorm van publiek debat en lang voor een decreet geschreven was, laat staan gestemd. Dit proces is de wereld op zijn kop: eerst de keuzes, daarna pas een democratisch debat. Na lang aandringen is er nu eindelijk een voorontwerp van decreet. De timing, net voor het zomerreces van het parlement, getuigt echter van weinig ernst. De tekst laat ook nog veel vragen onbeantwoord.

Onze grondwet garandeert vrijheid van onderwijs. Zo werden de nieuwe eindtermen tweede en derde graad in het secundair onderwijs eerder dit jaar nog vernietigd door het Grondwettelijk Hof. Momenteel worden er ook nieuwe eindtermen ontwikkeld voor het basisonderwijs. Is het dan überhaupt wel zinvol om nu al volop toetsen te ontwikkelen, gebaseerd op eindtermen die binnenkort gedateerd zijn of op eindtermen die momenteel nog niet bestaan? Niet bepaald een voorbeeld van efficiënt bestuur of besteding van belastinggeld lijkt ons.

Over de doelstellingen en wie nu juist over welke informatie gaat beschikken, scheppen de ontwerpteksten verwarring. Wat is nu uiteindelijk het doel van de Vlaamse toetsen: gaat het over de kwaliteitsmeting van het onderwijs of gaat het over individuele opvolging van leerlingen? De ontwerpteksten lijken te suggereren dat het om beiden gaat. De toetsen kunnen dan bepalen of een leerling al dan niet een diploma krijgt. Dergelijke beslissingen gebeuren het best op basis van wat een leerling presteert gedurende het hele schooljaar. Bovendien dreigen we zo het curriculum te verengen tot Nederlands en wiskunde, want enkel deze vakken worden getoetst. De lat mag van ons voor iedere leerling hoog liggen, maar dan wel vanuit een brede focus, waarbij we iedere leerling oriënteren in de richting die het best bij hem of haar past. Het is niet de taak van de Vlaamse overheid om controle uit te oefenen op de individuele leerling en zijn leerwinst. Dit behoort tot de autonomie van de school en het lerarenteam. Leerwinst moet dan ook worden gemeten op schoolniveau, niet op leerlingenniveau.

Het decreet geeft de Vlaamse Regering zelfs de mogelijkheid om leergebieden of sleutelcompetenties toe te voegen, terwijl de leergebieden en sleutelcompetenties inzake Nederlands en Wiskunde nu wel decretaal worden bepaald. Dat is niet erg logisch.

Om publieke rangschikkingen van scholen te vermijden, wil de overheid een verbod tot publicatie van de resultaten inschrijven in de regelgeving en beroepsgeheim voor al wie betrokken is bij de toets. Dit klinkt goed, maar het is maar de vraag of deze regelgeving de wettelijke toets zal doorstaan. Onze gemeentes zijn gebonden aan de openbaarheid van bestuur. Resultaten van de Vlaamse toetsen in onze scholen kunnen zo ook besproken worden op een gemeenteraad die publiek toegankelijk is. In de praktijk lijkt deze geheimhouding dus niet realistisch.

Volgens het ontwerp van decreet worden de Vlaamse toetsen ontwikkeld met betrokkenheid van de onderwijsverstrekkers. Wat deze betrokkenheid net inhoudt, is voor ons niet duidelijk. Wat zijn de verwachtingen naar de pedagogische begeleidingsdienst op dit vlak? Een specifiek engagement vraagt om specifieke omkadering voor de begeleidingsdiensten.

Tot slot vragen we de overheid om geen extra planlast te creëren met de Vlaamse toetsen. Zullen de leerkrachten extra opleiding nodig hebben of komen er toetsassistenten? Het eerste leidt tot meer planlast, het tweede komt met een serieus kostenplaatje.

Verdiep je verder