14/03/2022

Democratisch debat over Vlaamse toetsen nodig

Vanaf 2024 moeten alle leerlingen Vlaamse toetsen afleggen op vier momenten in hun schoolloopbaan. De toetsen waren al aangekondigd in het regeerakkoord met als doel het in kaart brengen en verbeteren van de onderwijskwaliteit. Op zich is OVSG hier niet tegen gekant. Onze scholen gebruiken al 30 jaar de OVSG-toets om de eigen kwaliteit te monitoren en verbeteren. En dat werkt. Toch hebben we een aantal fundamentele bezorgdheden.

Meisje maakt digitale toets

Zo is het universitair steunpunt nu al anderhalf jaar toetsen aan het ontwikkelen. Sommige beslissingen zijn dus al genomen zonder enige vorm van publiek debat en zonder een decretaal kader waarin de doelstellingen, krijtlijnen, voorwaarden en gevolgen van de Vlaamse toetsen duidelijk worden omschreven. Nochtans is dit de logische eerste stap in een beleidsproces. Wat nu gebeurt, is de wereld op zijn kop: eerst de keuzes, daarna pas een democratisch debat. 

Nieuwe, bijkomende doelstellingen worden naar voor geschoven, zoals het gebruik van de resultaten bij een (eind-)beslissing van de klassenraad. De toetsen kunnen dan bepalen of een leerling al dan niet een diploma krijgt. Dergelijke beslissingen gebeuren het best op basis van wat een leerling presteert gedurende het hele schooljaar. Bovendien dreigen we zo het curriculum te verengen tot Nederlands en wiskunde, want enkel deze vakken worden getoetst. De lat mag van ons voor iedere leerling hoog liggen, maar dan wel vanuit een brede focus, waarbij we iedere leerling oriënteren in de richting die het best bij hem of haar past. Sommigen vrezen dan weer dat als de klassenraad de resultaten niet gebruikt, leerlingen minder gemotiveerd zullen zijn om de Vlaamse toetsen goed af te leggen. Op basis van onze ervaring met de OVSG-toets weten we dat scholen op een verantwoordelijke manier omgaan met dergelijke toetsen en dat leerkrachten hun leerlingen goed kunnen motiveren. Daarom zien we ook geen heil in de verplichte opleiding tot toetsassistent’ voor leerkrachten. Dat getuigt van een gebrek aan inzicht in de dagelijkse realiteit op school en van wantrouwen in de deskundigheid van leerkrachten. 

Zowel de ontwikkeling van de toets als de organisatie komen met een kostenplaatje. Om hoeveel geld gaat het? En waar zal dat geld gehaald worden? Moeten scholen deze kost zelf dragen? Of moet er bespaard worden op andere plaatsen in de onderwijsbegroting? Naar het antwoord kunnen we enkel raden. 

Een laatste belangrijke vraag is wie de eigenaar zal zijn van al deze gegevens. OVSG vindt dat de schoolbesturen hiervoor best geplaatst zijn. Als de resultaten onder de openbaarheid van bestuur vallen, dan kan iedereen ze opvragen en begint het vergelijken van scholen. Om publieke rangschikkingen van scholen te vermijden, wil de overheid een verbod inschrijven in de regelgeving. Een gelijkaardig verbod bestaat vandaag al bij de Franstalige Gemeenschap. Het feit dat dit verbod tot nu toe nog niet werd aangevochten, biedt echter geen enkele garantie. Je kan je de vraag stellen of zo’n verbod wel verenigbaar is met de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting. Wat als er een klacht komt en het verbod de grondwettelijke toets niet doorstaat? Hoe gaan we dan vermijden dat scholen aan de schandpaal gehangen zullen worden? 

Om op al deze vragen een antwoord te krijgen, vroeg OVSG een schoolpactoverleg. Deze uitzonderlijke procedure is wettelijk voorzien wanneer de vrijheid van onderwijs in het gedrang komt. Een bezorgdheid die zeker niet overdreven is, want of je er nu voor of tegen bent: de invoering van de Vlaamse toetsen houdt onmiskenbaar een fundamentele onderwijshervorming in. 

Walentina Cools, algemeen directeur OVSG

Zo is het universitair steunpunt nu al anderhalf jaar toetsen aan het ontwikkelen. Sommige beslissingen zijn dus al genomen zonder enige vorm van publiek debat en zonder een decretaal kader waarin de doelstellingen, krijtlijnen, voorwaarden en gevolgen van de Vlaamse toetsen duidelijk worden omschreven. Nochtans is dit de logische eerste stap in een beleidsproces. Wat nu gebeurt, is de wereld op zijn kop: eerst de keuzes, daarna pas een democratisch debat. 

Nieuwe, bijkomende doelstellingen worden naar voor geschoven, zoals het gebruik van de resultaten bij een (eind-)beslissing van de klassenraad. De toetsen kunnen dan bepalen of een leerling al dan niet een diploma krijgt. Dergelijke beslissingen gebeuren het best op basis van wat een leerling presteert gedurende het hele schooljaar. Bovendien dreigen we zo het curriculum te verengen tot Nederlands en wiskunde, want enkel deze vakken worden getoetst. De lat mag van ons voor iedere leerling hoog liggen, maar dan wel vanuit een brede focus, waarbij we iedere leerling oriënteren in de richting die het best bij hem of haar past. Sommigen vrezen dan weer dat als de klassenraad de resultaten niet gebruikt, leerlingen minder gemotiveerd zullen zijn om de Vlaamse toetsen goed af te leggen. Op basis van onze ervaring met de OVSG-toets weten we dat scholen op een verantwoordelijke manier omgaan met dergelijke toetsen en dat leerkrachten hun leerlingen goed kunnen motiveren. Daarom zien we ook geen heil in de verplichte opleiding tot toetsassistent’ voor leerkrachten. Dat getuigt van een gebrek aan inzicht in de dagelijkse realiteit op school en van wantrouwen in de deskundigheid van leerkrachten. 

Zowel de ontwikkeling van de toets als de organisatie komen met een kostenplaatje. Om hoeveel geld gaat het? En waar zal dat geld gehaald worden? Moeten scholen deze kost zelf dragen? Of moet er bespaard worden op andere plaatsen in de onderwijsbegroting? Naar het antwoord kunnen we enkel raden. 

Een laatste belangrijke vraag is wie de eigenaar zal zijn van al deze gegevens. OVSG vindt dat de schoolbesturen hiervoor best geplaatst zijn. Als de resultaten onder de openbaarheid van bestuur vallen, dan kan iedereen ze opvragen en begint het vergelijken van scholen. Om publieke rangschikkingen van scholen te vermijden, wil de overheid een verbod inschrijven in de regelgeving. Een gelijkaardig verbod bestaat vandaag al bij de Franstalige Gemeenschap. Het feit dat dit verbod tot nu toe nog niet werd aangevochten, biedt echter geen enkele garantie. Je kan je de vraag stellen of zo’n verbod wel verenigbaar is met de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting. Wat als er een klacht komt en het verbod de grondwettelijke toets niet doorstaat? Hoe gaan we dan vermijden dat scholen aan de schandpaal gehangen zullen worden? 

Om op al deze vragen een antwoord te krijgen, vroeg OVSG een schoolpactoverleg. Deze uitzonderlijke procedure is wettelijk voorzien wanneer de vrijheid van onderwijs in het gedrang komt. Een bezorgdheid die zeker niet overdreven is, want of je er nu voor of tegen bent: de invoering van de Vlaamse toetsen houdt onmiskenbaar een fundamentele onderwijshervorming in. 

Walentina Cools, algemeen directeur OVSG

Verdiep je verder