28/09/2021

Op weg naar centrale toetsen: behoud wat goed is

Via de invoering van centrale toetsen op vier momenten in de schoolloopbaan wil de Vlaamse overheid de vinger aan de pols houden van de onderwijskwaliteit. Deze doelstelling is zonder twijfel legitiem. De overheid investeert heel wat in het onderwijs en het is dan ook logisch dat ze die inspanningen wil evalueren. Maar op de weg naar centrale toetsing liggen heel wat valkuilen die we moeten vermijden.

Om een zicht te krijgen op de onderwijskwaliteit in Vlaanderen, vallen we vandaag vooral terug op internationale vergelijkende onderzoeken zoals PISA, PIRLS en TIMMS. Vergelijken met andere landen blijft echter discutabel omdat de context in alle deelnemende landen verschillend is. Ook zijn deze internationale toetsen niet afgestemd op de onderwijsdoelen (eindtermen) die Vlaanderen stelt. Daarnaast zijn er de peilingsproeven en de gevalideerde toetsen zoals die van OVSG voor het zesde leerjaar, maar die focussen op één moment en tonen niet aan hoe de leerwinst evolueert. 

In de huidige plannen is het de ambitie om via de Vlaamse toetsen niet enkel de resultaten op systeemniveau, maar ook op leerling-, klas-, en schoolniveau te meten. Dit botst niet enkel op de grenzen van de onderwijsvrijheid, maar het brengt ook ongewenste neveneffecten met zich mee. Zo dreigt het publiceren van schoolresultaten snel tot rankings van scholen of benchmarking te leiden. Gevolg: kamperende ouders aan sommige schoolpoorten, terwijl er in de school om de hoek – die net zo goed de eindtermen behaalt met haar leerlingen - plaats te over is. Scholen worden in dat geval eerder gestimuleerd om een goed resultaat te behalen op de toetsen dan om de onderwijsdoelen te bereiken met al hun leerlingen. 

Voor leerlingen dreigen de toetsen een oriënteringsinstrument te worden, waar hun toekomstige studiekeuzes van afhangen. De kwalijke gevolgen daarvan zien we in Nederland, waar de invoering van centrale toetsen eerder tot gefnuikte ambities leidt dan tot betere resultaten. Een toets is immers een momentopname. Het is net de rol van leerkrachten om de leerresultaten van hun leerlingen op een permanente basis te evalueren en remediëren. We moeten onze leerkrachten hierbij dan ook het nodige vertrouwen geven. 

Centrale toetsen leveren data op. Met die data moeten scholen vervolgens aan de slag. Daarbij heeft de pedagogische begeleiding een cruciale ondersteunende rol’

Centrale toetsen leveren data op die de onderwijspraktijk en het onderwijsbeleid informatie geven over knelpunten en groeikansen. Vervolgens kunnen we met deze data aan het werk om de leerlingenresultaten te verbeteren. Hier is de rol van de pedagogische begeleidingsdiensten cruciaal: zij ondersteunen scholen om deze informatie juist te interpreteren en zinvol in te zetten met een duurzame kwaliteitsverbetering als doel. 

Last but not least hoeven we met de invoering van de Vlaamse toets niet het warm water opnieuw uit te vinden. De gevalideerde OVSG-toets bereikt 90% van de leerlingen in het officieel lager onderwijs. Laten we dus verder bouwen op de kennis en tradities die vandaag al veel draagvlak hebben, laten we samenwerken en verbeteren of uitbreiden waar nodig. 

Kortom, behoud wat goed is. Tene quod bene.

Patriek Delbaere, algemeen directeur

Verdiep je verder