Deze informatie is enkel beschikbaar voor OVSG-leden. Meld je aan om dit te raadplegen. Meer over je OVSG-account vind je hier.
Meld je aanVoor de zaken die binnen de onderwijsregelgeving niet geregeld zijn, moet er op basis van artikel 182 van het Decreet Lokaal Bestuur worden teruggevallen op de gemeentelijke regelgeving namelijk het Decreet Lokaal Bestuur en het gemeentelijk rechtspositiebesluit.
In uitvoering van het gemeentelijk rechtspositiebesluit hebben de gemeenten een eigen gemeentelijke rechtspositieregeling uitgewerkt. In eerste instantie moet worden nagegaan of deze van toepassing is op de directeur.
Er zijn twee mogelijkheden:
Er is een verschil tussen ’onderwijspersoneel‘ en ’onderwijzend personeel’. De term onderwijzend personeel slaat niet op de directeur, de term onderwijspersoneel wel. Als de gemeentelijke rechtspositieregeling niet van toepassing is verklaard op het onderwijzend personeel, dan is ze wel van toepassing op de directeur!
Indien de eigen rechtspositieregeling van toepassing is (situatie 1), is het belangrijk om na te gaan of alles wat voor de directeur moet geregeld worden hierin ook effectief geregeld is. Indien dat niet het geval is, moeten er elementen aangevuld worden. Hierbij is het ook belangrijk om na te gaan of over de specifieke onderwijsitems uit de eigen rechtspositieregeling wel degelijk in het ABOC (onderwijspersoneel) werd onderhandeld. Syndicale onderhandelingen in het ABOC zijn voor het onderwijs een op straffe van nietigheid voorgeschreven vormvereiste.
Om de procedure uit te werken, kunnen gemeentebesturen zich laten inspireren door deze brochure. Bovendien adviseren we om voor onderwijs naar analogie te werken met de eigen gemeentelijke rechtspositieregeling, dit om zoveel mogelijk gelijkvormigheid te bewerkstelligen.
We helpen je graag verder. Contacteer de juridische dienst voor jouw onderwijsniveau.