Handelingsgericht werken in deeltijds kunstonderwijs

Handelingsgericht werken maakt effectief onderwijs en effectieve leerlingenbegeleiding concreet, zodat onderwijsprofessionals beter met overeenkomsten en verschillen tussen leerlingen kunnen omgaan. Werk je handelingsgericht, dan focus je op succeservaringen voor alle leerlingen in de academie.

Handelingsgericht (samen)werken kent 7 uitgangspunten (Pameijer, Denys, Timbremont en Van de Veire, 2018).

Onderwijsbehoeften van leerlingen en ondersteuningsbehoeften van leerkrachten staan centraal

Van wat een leerling heeft of is’ naar wat een leerling nodig heeft om’.

Duiding

  • Wat heeft een leerling nodig om een bepaald doel te kunnen bereiken?
  • Wat heeft een leerkracht nodig om een bepaald doel te bereiken?
  • Wat zijn de vragen en behoeften van leerlingen en leerkrachten?
  • Hoe kunnen we doelgericht omgaan met verschillen?
  • Welke benadering, aanpak of instructie is er nodig?
  • Hoe stemmen we onze aanpak af op wat deze leerling nu nodig heeft?

Concreet

De onderwijsbehoeften kunnen zich richten op volgende elementen.

  • specifieke leerinhouden, vakken, …
  • sociaal-emotionele aspecten
  • werkhouding

Vertaal deze behoeften in termen van wat de leerling nodig heeft.

  • Instructie, die …
  • Opdrachten, die …
  • Materialen, die …
  • Leeractiviteiten, die …
  • Feedback, die …

Vertaal deze leerlingkenmerken naar behoeften. Ga na wat wenselijk is en wat haalbaar is.

Transactioneel referentiekader wisselwerking en afstemming

Verandert de leerkracht of ouder, dan verandert de leerling … En omgekeerd.

Duiding

  • Er is altijd een interactie tussen de leerling en de omgeving. Er is dus sprake van wederzijdse beïnvloeding. Er zijn dus transacties of uitwisselingen.
  • Vertaal een leerprobleem van een leerling’ naar deze leerling, in deze klas, bij deze leerkracht, in deze academie, met deze ouders heeft een leerprobleem, hoe kunnen we dat aanpakken?’

Concreet

  • Door te veel te focussen op het probleem van de leerling, vergeten we misschien te kijken naar bijvoorbeeld de invloed van de onderwijsleersituatie. Soms liggen de oplossingen daar.
  • Zorg afstemmen gaat dan niet alleen over het aanbod, maar ook over de aanpak en de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling.

De leraar doet ertoe

Ga na wat de leerkracht nodig heeft om de gewenste aanpak te bieden.

Duiding

  • Academies dragen voor 20% bij aan de leerresultaten van hun leerlingen. 80% wordt bepaald door kenmerken van de leerling en zijn thuissituatie (Marzano). Binnen die 20% heeft de academie voor eenderde en de leerkracht voor tweederde effect op de leerling.
  • Wat heb ik als leerkracht nodig om deze leerling of deze klas de aanpak te bieden die de leerling of de klas nodig heeft?

Concreet

  • Organiseer adaptief onderwijs.
    • De leerkracht richt zich op de zone-van-de-naaste-ontwikkeling’.
    • De leerkracht vraagt zich af wat een individuele leerling nodig heeft?
    • Extra begeleiding blijft zo dicht mogelijk bij het klasaanbod.
  • Let op de basishouding van de leerkracht.
    • Wees een rolmodel.
    • Wees duidelijk over je rol.
    • Wees positief en heb hoge verwachtingen ten aanzien van alle leerlingen.
    • Wees geduldig, beslist en consequent.
    • Werk constructief samen met ouders.
    • (H)erken je aandeel in relaties met leerlingen.
    • Vraag om feedback, reflecteer en experimenteer.
  • Ga om met verschillen tussen leerlingen.
    • Werk eerder aan preventie dan aan remediëring.
    • Pak liever snel aan dan af te wachten.
    • Instructie en begeleiding door de klasleerkracht staat centraal.
    • Groepeer de leerlingen heterogeen.
  • Maak werk van kwalitatieve instructie en begeleiding.
    • kennis van leerlijnen
    • gerichte feedback
    • kwalitatieve methoden en materialen
    • uitbreiding van de leertijd
    • vroegtijdig signaleren en doelgericht werken
    • duidelijk aangeven lesdoelen
    • ruimte voor vragen
    • uitleggen en voordoen
    • nadruk op handelen
    • hardop denken
    • feedback geven
    • helpen bij toepassen
  • Waak over goed klasmanagement
    • Wees alert en flexibel.
    • Time en faseer.
    • Bied optimale en effectieve leertijd voor alle leerlingen.
    • Gebruik de ruimte en het materiaal.

Focus op positieve aspecten van leerlingen, leerkrachten en ouders

Aandacht voor positieve aspecten vormt de motor tot verandering.

Duiding

  • Soms ligt er te veel focus op de problemen. Het is belangrijk om ook te kijken naar wat er wèl goed gaat, op welke momenten en in welke concrete situaties of omstandigheden. Ga na waaraan dit kan liggen.
  • Besteed meer aandacht aan het positieve en bied tegengewicht aan negatieve beelden van leerlingen, leerkrachten, klassen, de academie of ouders.
  • Het positieve versterken gaat veel beter dan het zwakke of negatieve veranderen.
  • Positieve factoren geven ons een aangrijpingspunt om te handelen.

Concreet

  • Neem een probleem serieus, maar neem daarbij steeds het positieve mee.
  • Probeer te kijken met een positieve bril.
  • Spreek de leerling, leerkracht en ouder aan op zijn of haar positieve kanten.
  • Benoem positieve aspecten in rapporten.

De betrokkenen werken constructief samen 

We praten vooral met elkaar en zo weinig mogelijk over elkaar.

Duiding

  • Leerkrachten, leerlingen en ouders nemen van meet af aan deel aan het proces.
  • Alle vragen, zorgen en verwachtingen worden serieus genomen.
  • We verwoorden het belang van samenwerken.
  • De leerling als belangrijke samenwerkingspartner.
    • De manier waarop leerlingen zichzelf zien bepaalt hun gedrag en motivatie om te veranderen.
    • Leerlingen hebben dikwijls goede verklaringen en simpele oplossingen.
    • We betrekken de leerling actief bij zijn of haar leerproces.

Concreet

  • Erken de leerkracht als onderwijsprofessional – hij kent de leerling het beste, heeft het beste zicht op de onderwijssituatie en de mogelijke aanpak die werkt voor deze leerling.
  • De leerkracht beslist over het onderwijsaanbod, in samenspraak met anderen.
  • Erken de ouders als ervaringsdeskundigen. Ga uit van competente, zorgzame ouders tot het tegendeel bewezen is.
  • Betrek leerlingen actief. Zo geef je hen meer greep op hun situatie en verhoogt de motivatie, zelfstandigheid en het verantwoordelijkheidsgevoel.
  • Expertise wordt geëxpliciteerd en gedeeld in het academieteam.

Werk doelgericht

Zonder doelen geen koers en geen waardevolle feedback.

Duiding

Elke handeling en elke stap wordt ondernomen in functie van een afgesproken doel. Doelen zijn de eerste stap bij het formuleren van onderwijsbehoeften, en dat voor de klas, voor subgroepjes en voor de individuele aanpak van leerlingen. Doelen geven aan waar we naartoe willen en bepalen welke informatie nodig is om efficiënt te handelen. Bovendien worden ze gebruikt om de aanpak regelmatig te evalueren (Toppunt Gent, 2021).

Concreet

  • Vertrek van de vraag naar het doel en wat we nodig hebben om het doel te bereiken.
  • Verzamel alleen informatie die helpt om een advies te bepalen om dit probleem van deze leerling aan te pakken.
  • Administratie dient’ een doel.
  • We willen weten om te kunnen handelen. Als we weten dat … dan kunnen we beslissen dat …
  • Communiceer open met iedereen – waar willen we heen?
  • Goed overleg is cruciaal. Zoek naar een haalbare aanpak waar alle betrokkenen kunnen achter staan.

De werkwijze is systematisch en transparant

We zeggen wat we doen en we doen wat we zeggen.

Duiding

  • Eerst denken, dan doen.
  • Alle stappen overzichtelijk systematiseren komt een samenhangende en transparante besluitvorming ten goede.
  • Transparantie zorgt ervoor dat iedereen de afgesproken werkwijze kent, begrijpt en gebruikt. Dit komt ook de sfeer, de relaties en het proces van acceptatie ten goede.

Concreet

  • Waar willen we naartoe werken? Wat is ons doel? Wat hebben we nodig om ons doel te bereiken?
  • Verzamel alleen informatie om te kunnen handelen. Als we weten dat … dan kunnen we beslissen dat …
  • Communiceer transparant en open met alle betrokkenen.
    • Waar willen we naartoe?
    • Formuleer samen doelen.
    • Werk een advies uit waar iedereen kan achter staan.
    • Zijn deze voorstellen wenselijk en zijn ze haalbaar?
  • Organiseer kwalitatieve overlegmomenten om te komen tot een haalbare aanpak waar alle betrokkenen kunnen achter staan.