Kwaliteitsvolle redelijke aanpassingen

Om kwaliteitsvolle redelijke aanpassingen te realiseren, stemmen we het onderwijs af op zowel de groep als het individu. We vertrekken vanuit een krachtige leeromgeving en maken weloverwogen keuzes binnen een cyclisch proces.

Afbeelding1

Voorwaarden om te komen tot kwaliteitsvolle redelijke aanpassingen

We maken voortdurend de balans tussen de noden van de school, de groep en het individu. Door preventief rekening te houden met de individuele noden en groepsnoden, zijn er minder specifieke aanpassingen nodig. Dat principe wordt gehanteerd binnen Universal Design of Learning (UDL) of Universeel ontwerp (Pameijer et al., 2020). In plaats van een opeenstapeling van individuele aanpassingen, verschuiven we de focus naar een krachtige pedagogisch didactische leeromgeving. Deze leeromgeving in de brede basiszorg is passend voor alle of zoveel mogelijk leerlingen.

Goed onderwijs wordt zoveel mogelijk afgestemd op de diversiteit in de groep, zowel de overeenkomsten als de verschillen in de groep. 

Vanuit de onderwijsbehoeften van een individuele leerling of een groep leerlingen leg je de verbinding met de klas: zijn er meer leerlingen die baat hebben bij die aanpak? Want wat essentieel is voor die leerling of groep leerlingen, kan namelijk ook nuttig of gunstig zijn voor andere leerlingen (Pameijer et al., 2020).

We vertrekken vanuit hoge verwachtingen voor zowel de groep als elk individu. Daarbij maken we de afweging welke maatregelen we kunnen toepassen voor de hele groep, zodat meerderen hier baat bij hebben, en welke we individueel moeten inzetten, zonder de lat voor iemand te verlagen. Dit doen we in samenwerking met en afstemming tussen schoolteam, leerlingen, ouders en partners.

We hanteren het leerplan (Leer Lokaal BaO, Leer Lokaal SO en DKO-Kompas) tijdens het doorlopen van de cyclische stappen, om te komen tot kwaliteitsvolle redelijke aanpassingen.

Het cyclisch proces om te komen tot kwaliteitsvolle redelijke aanpassingen

Analyseer de gegevens van de leerlingen, de context en de input vanuit beeldvorming(observaties, gesprekken, toetsen, taken, verslagen…). Vertaal de gegevens uit de beeldvorming naar doelen (Leer Lokaal, DKO kompas) en benut de verzamelde informatie wanneer je de onderwijsbehoeften in kaart brengt. Onderwijsbehoeften geven aan wat een leerling nodig heeft om een doel te behalen (Pameijer et al., 2020).

Onderwijsbehoeften zijn met hulpzinnen te concretiseren: om het doel te behalen heeft deze groep / leerling nood aan: een bepaald type instructie, taken, leeractiviteiten, materialen, leeromgeving, feedback, medeleerlingen, leerkrachten of ouders die …

De school bepaalt begeleidingsdoelen. Dit zijn alle cognitieve, metacognitieve, socio-emotionele en motorische doelen (bijkomende doelen, andere doelen, lesdoelen, operationele doelen, tussendoelen…) die het mogelijk maken het gemeenschappelijk of individueel curriculum te realiseren. (Onderwijsinspectie, z.d.).

Op basis van de begeleidingsdoelen past de school, waar nodig, redelijke aanpassingen toe om hindernissen in de leeromgeving voor leerlingen of een groep leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften weg te nemen. Redelijke aanpassingen zijn maatregelen die genomen worden met de bedoeling de slaagkansen van leerlingen te vergroten. Ze behoren daarmee tot de redelijke aanpassingen’ zoals geformuleerd in het VN-verdrag voor personen met een handicap (United Nations, 2006). Ook artikel 22ter van de Belgische Grondwet (z.d.) bepaalt dat iedere persoon met een handicap recht heeft op volledige inclusie in de samenleving, met inbegrip van het recht op redelijke aanpassingen’.

Onterecht wordt vaak gesteld dat maatregelen enkel van toepassing zijn op leerlingen met een diagnose door een erkende instelling. Alle leerlingen die (tijdelijk) moeilijkheden ervaren bij het leren en daardoor beperkt worden in de participatie aan het onderwijsgebeuren, kunnen nood hebben aan maatregelen en hebben het recht om deze te krijgen. ReDiCoDi is een letterwoord dat staat voor remediëren, differentiëren, compenseren en dispenseren.

Gedurende dit cyclische proces blijven we alert voor de effectiviteit van de redelijke aanpassing(en) en evalueren we op regelmatige basis de beoogde effecten. Wordt het vooropgestelde doel bereikt met de genomen redelijke aanpassing? Is de redelijke aanpassing van tijdelijke of van blijvende aard? Waar nodig sturen we bij of borgen we de aanpak.

Bronnen

Pameijer, N., Denys, A., Timbremont, B., Van De Veire, H. (2020). Handelingsgericht werken: samenwerken aan schoolsucces (3e druk). Acco.

Senaat van België. (z.d.). Belgische Grondwet – Artikel 22ter. Geraadpleegd op 26 februari 2025 van https://​www​.sena​te​.be/​d​o​c​/​c​o​n​s​t​_​n​l​.html

United Nations. (2006). Convention on the Rights of Persons with Disabilities. Geraadpleegd op 26 februari 2025 van https://​www​.ohchr​.org/​e​n​/​i​n​s​t​r​u​m​e​n​t​s​-​m​e​c​h​a​n​i​s​m​s​/​i​n​s​t​r​u​m​e​n​t​s​/​c​o​n​v​e​n​t​i​o​n​-​r​i​g​h​t​s​-​p​e​r​s​o​n​s​-​d​i​s​a​b​i​l​ities

Vlaams Ministerie van Onderwijs & onderwijsinspectie. (2017). Bronnenboek referentiekader onderwijskwaliteit. Lieven Viaene. 

Onderwijsinspectie. (z.d.). Doorlichtingen. Geraadpleegd op 26 februari 2025 van https://​www​.onder​wijs​in​spec​tie​.be/​n​l​/​d​o​o​r​l​i​c​h​t​ingen

Ondersteunend materiaal

Heb je een vraag?

Friedl Tuyttens
02 506 50 28
Friedl Tuyttens

Verdiep je verder