15/09/2025

Alleen een gelukkig kind kan in de lucht springen’

Meisjes met strakke dotjes die vroeg in de ochtend naar school fietsen, hechte groepjes dansers van verschillende nationaliteiten, lange lesdagen en grote dromen: dit is de Koninklijke Balletschool van Antwerpen. De gloednieuwe algemeen directeur Luana Berghmans licht toe wat uniek is en wat de plannen voor de toekomst zijn.

Balletschool leerlingen© Dean Barucija

De school kent een lange geschiedenis. De voorloper was de Dames- en Juffersbond die sinds 1901 op zondag balletlessen gaf. Iedereen in de danswereld kent Jeanne Brabants. Zij was het die de zondagse lessen omturnde tot een school en gezelschap. In 1951 werd dit de balletschool van de Koninklijke Vlaamse Opera en in 1961 kwam de school los van de opera. De school ging deel uitmaken van het stedelijk onderwijs van Antwerpen en combineert sindsdien dans- en algemeen vormend onderwijs. 

Wat maakt de school uniek? Luana Berghmans: Er zijn heel wat balletopleidingen in de vrije tijd. Maar in onze school kun je én een professionele balletopleiding én secundair onderwijs volgen. Ook in onze organisatie zijn we uniek: we zijn stedelijk onderwijs maar er is een vzw BIF (Ballet Institute of Flanders) die ons mee bestuurt en van middelen voorziet. Dat geeft ons de kans om flexibel gastdocenten en choreografen uit binnen- en buitenland aan te trekken of uitwisselingsprojecten te organiseren.” 

Basisschool Prins Dries, de lagere balletafdeling van de Koninklijke Balletschool, is nauw verbonden met de secundaire school. Over 11 leerjaren (4 jaar in basisschool Prins Dries, 6 jaar secundair onderwijs en een specialisatiejaar) zijn er ongeveer 96 leerlingen. We werken met een auditie. De lat ligt hoog. We verwachten dat ze fysiek klaar zijn om te dansen en een carrière in klassieke dans uit te bouwen. We zien drie verschillende groepen instromen in de secundaire school: de kinderen van Prins Dries, leerlingen van over heel Vlaanderen die in de vrije tijd aan ballet gedaan hebben en tot slot leerlingen uit het buitenland. Ze komen uit enkele Aziatische landen, Spanje, Frankrijk, Peru, Oekraïne enzovoort. Heel wat leerlingen zitten hier op internaat of verblijven in gastgezinnen. Het zijn lange lesdagen: van 8 tot 18 uur. Het programma is heel intensief. Dat zorgt ook voor een hechte band in de groep.” 

Ook al zijn ze nog jong als ze afstuderen, de meesten komen meteen terecht bij een (junior-)gezelschap, ofwel in België (Opera Ballet Vlaanderen) of in het buitenland. 25% gaat naar een dansopleiding in het hoger onderwijs. Leerlingen die zich nog niet klaar voelen, doen een zevende jaar. 

De school is vervlochten met de culturele danswereld. Luana Berghmans: Als leerlingen hier afstuderen, hebben ze al een netwerk. De (gast-)docenten en choreografen, de stages, de voorstellingen die we maken, en de leerlingen zelf die over de hele wereld terechtkomen: dat is een netwerk waar ze altijd op kunnen terugvallen.” 

Er wachten Luana Berghmans en haar team heel wat uitdagingen. Dit gebouw op het Theaterplein is verouderd. Er zijn plannen voor een nieuw gebouw tegen 2032. Daar willen we een uitbreiding van het aantal leerlingen. Daarom gaan we bekijken hoe we ons daarop inhoudelijk afstemmen. Klassiek ballet blijft uiteraard de basis, maar de balletwereld verandert snel en daar willen we met onze school een antwoord op bieden. De verhuizing, de groei van het aantal leerlingen en het herdenken van het aanbod zijn de grootste projecten. Daarnaast willen we de algemene vakken en het dansprogramma op een haalbare manier verbinden. Doordat we nu geen Topsportschool zijn, is ons programma zwaar. We hebben supergemotiveerde leerlingen, maar ze zijn moe en ze leggen al veel druk op zichzelf. Ik wil dus aandacht besteden aan hun mentaal welzijn. Een Topsportstatuut maakt een betere mix mogelijk. Deze week had ik het plezier om de 96-jarige Annie Brabants, de zus van Jeanne, op bezoek te krijgen. Een zeer kwieke vrouw, en zij deed de fantastische uitspraak dat alleen een gelukkig kind in de lucht kan springen’. Dat neem ik zeker mee.” 

De school staat op een kantelpunt. En in 2026 bestaan ze 75 jaar. Een prima moment om de nieuwe plannen te ontvouwen en zichtbaar te maken voor Antwerpen, Vlaanderen en de wereld.