18/02/2022

OVSG geeft pro­to­col akkoord bij ont­werp van decreet onder­wijs XXXII

OVSG wenst bij arti­kel 28 van het ont­werp een voor­be­houd te maken. Dit arti­kel ver­strengt de regels over het cri­te­ri­um van de regel­ma­ti­ge leer­ling in het deel­tijds kunst­on­der­wijs. Voort­aan wor­den leer­lin­gen die meer dan drie weken geen enke­le leer­ac­ti­vi­teit heb­ben gevolgd, niet lan­ger als regel­ma­ti­ge leer­ling beschouwd. De leer­ling heeft de mar­ge om één of meer afwe­zig­he­den te wet­ti­gen bin­nen de maand na de der­de afwezigheid.

Deze regel wordt naar ana­lo­gie met het secun­dair onder­wijs inge­voerd, maar het deel­tijds kunst­on­der­wijs is niet te ver­ge­lij­ken met ande­re onder­wijs­ni­veaus. Drie weken in het deel­tijds kunst­on­der­wijs komen in de prak­tijk neer op slechts drie les­sen, waar­door leer­lin­gen veel stren­ger op hun afwe­zig­he­den beoor­deeld wor­den dan in ande­re onder­wijs­ni­veaus. Een ter­mijn van drie weken is te kort om toe te laten dat de direc­teur of leer­krach­ten de leer­ling opvolgt. Boven­dien vin­den les­sen vaak op zater­dag plaats, wat de wet­ti­ging van afwe­zig­he­den voor ouders of leer­ling nog extra bemoei­lijkt. Leer­lin­gen kun­nen opge­slorpt zijn door school­werk, ziek zijn of ande­re rede­nen heb­ben om afwe­zig te zijn. Voor alle leer­lin­gen, maar voor­al voor leer­lin­gen die reeds moei­lijk de weg vin­den naar het deel­tijds kunst­on­der­wijs, heb­ben deze drie opeen­vol­gen­de afwe­zig­he­den een te gro­te nega­tie­ve impact.

De voor­ge­stel­de ter­mijn laat de direc­teur en leer­krach­ten niet toe na te gaan in wel­ke mate de leer­ling kan wor­den bij­ge­werkt na die afwe­zig­he­den. Om die reden moet de ter­mijn voor de uit­schrij­ving voor OVSG aan­ge­past wor­den naar een rede­lij­ke­re ter­mijn die werk­baar is voor de academies.

OVSG appre­ci­eert het enga­ge­ment van de over­heid om het Besluit van de Vlaam­se rege­ring in ver­band met de wet­ti­ging van de afwe­zig­he­den in het DKO te her­zien, maar ver­kiest voor­al dat de onder­lig­gen­de decre­ta­le regel aan­ge­past wordt.

Deze regel wordt naar ana­lo­gie met het secun­dair onder­wijs inge­voerd, maar het deel­tijds kunst­on­der­wijs is niet te ver­ge­lij­ken met ande­re onder­wijs­ni­veaus. Drie weken in het deel­tijds kunst­on­der­wijs komen in de prak­tijk neer op slechts drie les­sen, waar­door leer­lin­gen veel stren­ger op hun afwe­zig­he­den beoor­deeld wor­den dan in ande­re onder­wijs­ni­veaus. Een ter­mijn van drie weken is te kort om toe te laten dat de direc­teur of leer­krach­ten de leer­ling opvolgt. Boven­dien vin­den les­sen vaak op zater­dag plaats, wat de wet­ti­ging van afwe­zig­he­den voor ouders of leer­ling nog extra bemoei­lijkt. Leer­lin­gen kun­nen opge­slorpt zijn door school­werk, ziek zijn of ande­re rede­nen heb­ben om afwe­zig te zijn. Voor alle leer­lin­gen, maar voor­al voor leer­lin­gen die reeds moei­lijk de weg vin­den naar het deel­tijds kunst­on­der­wijs, heb­ben deze drie opeen­vol­gen­de afwe­zig­he­den een te gro­te nega­tie­ve impact.

De voor­ge­stel­de ter­mijn laat de direc­teur en leer­krach­ten niet toe na te gaan in wel­ke mate de leer­ling kan wor­den bij­ge­werkt na die afwe­zig­he­den. Om die reden moet de ter­mijn voor de uit­schrij­ving voor OVSG aan­ge­past wor­den naar een rede­lij­ke­re ter­mijn die werk­baar is voor de academies.

OVSG appre­ci­eert het enga­ge­ment van de over­heid om het Besluit van de Vlaam­se rege­ring in ver­band met de wet­ti­ging van de afwe­zig­he­den in het DKO te her­zien, maar ver­kiest voor­al dat de onder­lig­gen­de decre­ta­le regel aan­ge­past wordt.

Verdiep je verder

Zoek je het alge­me­ne con­tact van een dienst?

Ga naar de contactpagina