Wat is de invloed van het coronavirus op onze onderwijskwaliteit? Is er sprake van leerachterstand en waar situeert deze zich? OVSG deed hierover een onderzoek in het basisonderwijs. De resultaten zijn genuanceerd, maar wijzen vooral in de richting van een probleem met lezen.
Om potentiële leerachterstand te meten, vergeleken we toetsen voor het tweede tot het zesde leerjaar uit de periode 2012-2016 met een hermeting uitgevoerd in februari 2021. We namen drie domeinen onder de loep: getallenkennis, lezen en wereldoriëntatie - historische tijd. Belangrijk voor de interpretatie van de resultaten is dat de toets in 2021 met zes maanden vertraging werd afgenomen. Leerlingen van het tweede leerjaar legden nu in februari de toets af die voorheen door leerlingen van het eerste leerjaar in juni werd afgelegd. De verwachting was dan ook dat de resultaten minstens gelijkaardig of beter zouden zijn dan de resultaten uit de oorspronkelijke meting.
Van groei of vooruitgang blijkt echter geen sprake: noch voor lezen, noch voor wereldoriëntatie - historische tijd, noch voor getallenkennis is er sprake van een significante vooruitgang. Dat de cijfers niet significant dalen, neemt de zorgen over een mogelijke leerachterstand niet weg. Of de oorzaken hiervan in de coronacrisis liggen, is iets wat we niet hard kunnen maken. Maar dat er werk aan de winkel is, is een feit.
De grote impact van de sociaal-economische samenstelling (SES) van klassen, blijkt wél uit de cijfers: zowel in het verleden als bij de meting in februari stellen we significante prestatieverschillen vast tussen SES-groepen. Daarmee bevestigt deze meting op klasniveau wat ook uit veel andere onderzoeken blijkt. De verschillen in prestaties zijn er zowel op individueel leerlingniveau als op klasniveau. Klassen met meer SES-leerlingen doen het voor alle leergebieden significant minder goed dan klassen met minder SES-leerlingen.
Wanneer we de cijfers voor de verschillende leergebieden naast elkaar plaatsen, tonen die een verscheiden beeld. Terwijl er bij getallenkennis nog sprake is van een duidelijk stijgend gemiddelde, zien we voor lezen een omgekeerd beeld. Voor wereldoriëntatie - historische tijd zien we een status quo. Dat deze resultaten niet significant zijn, dwingt ons tot de nodige voorzichtigheid, maar de tendens die de cijfers voor lezen suggereert, baart toch wel zorgen en vraagt om verder onderzoek.
Grafiek 1: De scoreverschillen tussen de resultaten bij de initiële afnames in 2012, 2014 en 2016 en de herafname in 2021 suggereren een negatievere tendens voor lezen dan voor getallenkennis en tijd.
Een meer gedetailleerde analyse van de verschillende leerjaren voor lezen toont een verrassend beeld: terwijl leerlingen uit het tweede leerjaar het in 2021 significant beter doen dan in het verleden, zien we op het einde van het lager onderwijs net het omgekeerde beeld. De zesdejaars scoren nu significant slechter dan in 2012. Hier is dus duidelijk werk aan de winkel.
Patriek Delbaere, algemeen directeur OVSG: “Eenduidige conclusies trekken uit deze bevindingen is niet eenvoudig. Maar dat er redenen zijn tot bezorgdheid, is wel duidelijk. Ondanks het feit dat deze toetsen een half jaar later worden afgenomen, zien we geen duidelijke vooruitgang in de leerresultaten. Voor lezen lijkt er zelfs sprake van een achteruitgang. Verder onderzoek is nodig, maar we hebben geen tijd te verliezen om in te zetten op het wegwerken van de opgelopen leerachterstand, in het bijzonder voor lezen. OVSG neemt ten volle zijn rol op om scholen hierin te ondersteunen, o.a. via onze pedagogische begeleiding en projecten zoals Leerkracht-Leeskracht.”
Werkwijze van het onderzoek Aan de slag met de resultaten |