Scholen kunnen de opvang van kinderen overdag niet garanderen. Hiervoor wordt nu in de richting van de lokale besturen gekeken. Die zijn altijd bereid om oplossingen te zoeken, al zijn de mogelijkheden niet onbegrensd. Daarom vragen de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten (OVSG) aan de Vlaamse overheid een duidelijk kader, met normen die haalbaar en veilig zijn. Ze willen ook overleg over de financiële gevolgen. ‘Onderwijs en opvang zijn een verantwoordelijkheid van de Vlaamse overheid’, zo luidt het.
Vanaf half mei (15÷18 mei) krijgen scholen vier opdrachten: les geven aan bepaalde groepen, kinderen van wie de ouders aan het werk zijn opvangen, kwetsbare leerlingen ondersteunen en afstandsonderwijs organiseren. Lokale besturen en scholen bereiden die herstart samen voor en doen er alles aan om leerlingen terug op school te ontmoeten en veilig les te geven. ‘Scholen hebben zich de laatste weken in een recordtempo aangepast aan steeds nieuwe situaties. Nu bereiden ze met veel inzet een geleidelijke heropstart voor. Scholen moeten de kans krijgen om te focussen op hun kernopdracht: onderwijs geven, hetzij in de klassen, hetzij op afstand. Daarom vragen we dat voor de opvang van kinderen extra middelen en mensen worden ingezet,’ zegt Loes Vandromme, voorzitter van OVSG.
De VVSG begrijpt de vraag van haar onderwijscollega’s. Tal van steden en gemeenten zorgden tijdens de paasvakantie al voor opvang van kinderen. Dat lukte, maar vanaf midden mei verandert de situatie drastisch en zal veel meer infrastructuur en personeel voor opvang nodig zijn: een minderheid van de kinderen krijgt les, tal van ouders gaan weer aan het werk en kunnen niet meer instaan voor de opvang thuis … De mogelijkheden verschillen van gemeente tot gemeente. Niet alle locaties zijn zomaar geschikt om kinderen op te vangen. Vaak zijn ingrepen nodig op het vlak van veiligheid en hygiëne. Dit vergt ook heel wat bijkomende medewerkers. Dat kost allemaal veel geld. ‘Als bijvoorbeeld kinderbegeleiders uit de buitenschoolse kinderopvang ook plots dagopvang tijdens schooluren moeten doen, vraagt dit veel extra middelen. Ze werken normaal 4 uur per dag, dat stijgt plots naar 11 uur per dag. Nog los van de vraag of de kinderbegeleiders dit zelf zien zitten, is dit een aanzienlijke extra kost voor de gemeenten,’ aldus Wim Dries, voorzitter van de VVSG.
De coronamaatregelen die gelden in het onderwijs en in de kinderopvang zijn verschillend. De regels die onderwijs opnam in het draaiboek (14 leerlingen per klas, 4m² per kind, social distance ook tussen kinderen enz.) zijn totaal niet haalbaar in de opvang, de infrastructuur is er niet om in dergelijke kleine groepen te werken, noch het personeel. Veiligheid staat voorop maar VVSG en OVSG pleiten voor meer werkbare normen in tijden van corona. De VVSG vraagt ook dat de Vlaamse overheid de lokale besturen vergoedt voor deze opvang. ‘Eerder bleek al dat de coronacrisis een enorme impact dreigt te hebben op de lokale financiën. Onderwijs is en blijft een verantwoordelijkheid van Vlaanderen. Normaal zitten kinderen overdag op school. We willen hen nu opvangen maar we vragen dat de Vlaamse overheid dringend overleg pleegt met ons en de steden en gemeenten financieel tegemoet komt,’ aldus Wim Dries.
OVSG en VVSG schreven hierover ook een brief aan minister Weyts en de vice-ministers.