Individueel aangepast curriculum opstarten

Een leerling met een IAC verslag van het CLB kan onderwijs volgen in het buitengewoon onderwijs of het gewoon onderwijs. Een IAC is een curriculum waarbij leerdoelen op maat van de leerling worden geformuleerd. OVSG ontwikkelde materialen om scholen en academies te ondersteunen bij het opstarten van een IAC.

Schrijfwijzer en sjabloon IAC

De schrijfwijzer is de leidraad om het sjabloon autonoom in te vullen en tot een concreet IAC te komen. Het sjabloon volgt de fases van de cyclus van handelingsplanning en ondersteunt de transparantie naar alle betrokken partijen. Naast de schrijfwijzers en sjablonen voor scholen in het leerplichtonderwijs vind je hier ook de sjablonen voor het deeltijds kunstonderwijs.

IAC plan

Ondersteunende materialen voor een succesvol IAC/​handelingsplan

De checklist is een reflectie-instrument met het oog op de kwaliteitscontrole van het opgestelde IAC-plan.

Daarnaast is er ook een document om te reflecteren over de handelingsplanmatige aanpak van het IAC.

Met de verzamel- en inspiratielijst formuleer je de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de leerling en de leerkracht.

Mindmap voor beeldvorming tijdens fase 1 (beginsituatie bepalen)

Bij het opstarten van een IAC is een grondige beeldvorming essentieel. Het doel van deze mindmap is om allerlei facetten van de beginsituatie onder de aandacht te brengen. De reflectie over deze facetten levert een stevige basis om het IAC verder vorm te geven.

Afwegen van de redelijkheid van aanpassingen

De afweging of aanpassingen al dan niet redelijk zijn, gebeurt op basis van wettelijk voorgeschreven criteria.

  • Verzuim van voor de hand liggende wetten of voorschriften. Een aanpassing is steeds redelijk indien deze algemeen wettelijk voorgeschreven is. Indien de partij die tot een aanpassing verplicht is, heeft nagelaten om voor de hand liggende preventieve maatregelen of wettelijk verplichte vereisten na te komen, dient een zware aanpassing sneller als redelijk beschouwd te worden. Indien er sprake is van verzuim van voor de hand liggende wetten of voorschriften, kan de aanpassing moeilijker als onredelijk beschouwd worden op basis van de andere criteria.
  • Financiële impact. De kostprijs dient steeds te worden bekeken in functie van de financiële mogelijkheden van de school. Een te dure aanpassing kan redelijk zijn wanneer ze geheel of gedeeltelijk terugbetaald wordt door een overheidsdienst.
  • Organisatorische impact. De aanpassing mag de klas- of schoolorganisatie niet overmatig belasten.
  • Impact van de aanpassing op de omgeving en op de andere leerlingen. De impact van de aanpassing op de omgeving en op de andere leerlingen wordt zo klein mogelijk gehouden.
  • Gebruiksfrequentie en gebruiksduur. Een dure aanpassing die vaak of voor langere tijd wordt gebruikt, wordt als redelijk beschouwd. Hierbij dient men de duurzaamheid van de aanpassing in kaart te brengen.
  • Ontbreken van gelijkwaardige alternatieven. Een aanpassing wordt sneller als redelijk beschouwd wanneer gelijkwaardige alternatieven ontbreken. Bestaan er wel gelijkwaardige alternatieven, dan is het redelijk dat de school kiest voor het minst ingrijpende alternatief.

Ook het organisatiekwadrant voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften helpt bij het vormen een brede beeldvorming.

De school voor gewoon onderwijs heeft de regie over het totale onderwijsleerproces van alle leerlingen en coördineert de samenwerking met alle partners. De school voert, samen met haar partners, een geïntegreerd beleid op leerlingenbegeleiding. 

Dit omvat vier begeleidingsdomeinen: onderwijsloopbaan, leren en studeren, psychisch en sociaal functioneren en preventieve gezondheidszorg.


Poster 'De school en haar decretale partners binnen leerlingenbegeleiding'

Verdiep je verder