In Brussel werken ze al enkele jaren met onderwijsassistenten. Mensen zonder leraarsdiploma, maar met een hart voor onderwijs en de motivatie om bij te leren. Via de Erasmus Hogeschool krijgen ze een basisvorming met pedagogische bagage én inspiratie om door te groeien. Een slimme manier om het lerarentekort aan te pakken en het onderwijs van morgen sterker te maken.
Veel leerlingen met SES-kenmerken, een grote taaldiversiteit en een lerarentekort zorgen ervoor dat de job van leerkracht in Brussel geen makkie is. Er ontbreken letterlijk handen voor de klas, waardoor de leerkracht zich niet altijd kan focussen op de kerntaak, namelijk lesgeven. Daarom staan sinds 2021 in de Nederlandstalige basisscholen van de Stad Brussel onderwijsassistenten leraren bij in hun klaswerking. Dit schooljaar werken 13 personeelsleden als onderwijsassistent. Een minderheid combineert deze functie met die van hulpopvoeder of kinderverzorger.
“In tegenstelling tot veel leerkrachten, komen onze onderwijsassistenten voornamelijk uit Brussel”, vertelt Sandra Denies, pedagogisch inspecteur-generaal in Brussel. “Als Brusselaars voelen zij zich verbonden met de buurt en de leefwereld van de kinderen. En net omdat veel onderwijsassistenten in de buurt wonen, zijn ze minder snel geneigd om ontslag te nemen voor een job dichterbij huis. Het zijn meestal jonge twintigers met een getuigschrift secundair onderwijs maar zonder hoger diploma. De meesten zijn generatiestudenten die omwille van tal van redenen hun hogere studies hebben onderbroken. Omdat ze nog zo jong zijn, hebben ze meestal geen professionele ervaring. ”
Onderwijsassistenten voeren uiteenlopende taken uit. Ze helpen bij de administratieve ondersteuning van leerkrachten, bereiden knutselactiviteiten voor, maken woordkaartjes voor een les Nederlands of zetten het hoekenwerk in de kleuterklas klaar. Ze begeleiden ook leerlingen bij muzische lessen, lezen, ICT of turnen, ze helpen bij groepswerk of wiskundeoefeningen en houden toezicht tijdens vrije spelmomenten, in de huiswerkklas of tijdens de pauze.
Uiteraard worden onderwijsassistenten niet zomaar voor de leeuwen gegooid. De stad sloot een overeenkomst met de Erasmus Hogeschool Brussel, waar onderwijsassistenten een basisvorming Kwaliteitsvol pedagogisch werken met jonge kinderen volgen. Leen Rosiers, opleidingshoofd kleuteronderwijs, vertelt: “Sinds 2023 bieden we deze praktische, verkennende vorming van vijf dagen aan. We kijken goed naar wat de deelnemers sterker maakt in de klas én inspireren hen om door te groeien. De afstand tussen een korte vorming en een volledige bacheloropleiding is groot. Daarom hopen we deze vorming op termijn uit te breiden tot een volwaardige graduaatsopleiding. Voorlopig kan dat niet, maar we zien dat de geesten bij de beleidsmakers aan het rijpen zijn. Zo’n graduaatsopleiding kan dan weer helpen om de drempel naar een lerarenopleiding te verlagen.”
Als we vragen naar haar ervaring met onderwijsassistenten is Katrien Kovaleni, directeur van Hoofdstedelijke Basisschool De Droomboom in Laken, ronduit enthousiast: “Eindelijk kunnen we mensen aanwerven die we vroeger geen job konden aanbieden, maar die wel een meerwaarde zijn op school en een grote hulp in de strijd tegen het lerarentekort. Momenteel hebben we twee onderwijsassistenten, die al vier jaar meedraaien. Ze hebben echt hun plek verdiend in ons team. Ze zijn aanwezig op personeelsvergaderingen, maar nemen bijvoorbeeld geen deel aan werkgroepen. Dat blijft de taak van leerkrachten. Leerkrachten weten wat ze al dan niet mogen verwachten. Ik zou de onderwijsassistenten niet meer kunnen missen. Het zijn allebei jongeren uit de buurt, die hier veel mensen kennen. Zij staan aan de schoolpoort, en zijn aanspreekbaar voor de ouders. Zo zijn we sneller op de hoogte van allerlei nieuws.”
Het nut van een onderwijsassistent wordt extra zichtbaar als zich een probleem voordoet. Katrien vertelt: “In het zesde leerjaar is een leerkracht ziek, waardoor twee klassen samenzitten. De onderwijsassistent ondersteunt daar. Hij geeft geen les, maar versterkt het toezicht bij zo’n grote groep en ondersteunt de leerkracht, bijvoorbeeld bij het uitdelen van papieren. Ik heb verschillende onderwijsassistenten ontmoet, ook op mijn vorige school, die vanuit deze ervaring de moed vonden om aan hun lerarenopleiding te beginnen.”
Oumaïma Bouloufa, onderwijsassistent op De Droomboom, vertelt: “Na het middelbaar begon ik aan een opleiding in het hoger onderwijs, maar die lag me niet. Toen ik hoorde dat de stad Brussel onderwijsassistenten zocht, zag ik direct de kans en ben ik gestopt met mijn studies. Het bleek echt iets voor mij te zijn. Als onderwijsassistent sta je niet voor de klas, maar in de klas. Je ondersteunt de leerkrachten en ontzorgt hen.”
Voor Oumaïma was het vanaf het begin duidelijk dat onderwijsassistent geen eindstop, maar een tussenhalte was. Dit jaar begint ze aan haar lerarenopleiding. “De job als onderwijsassistent is een ideale eerste ervaring in het onderwijs om te kijken of het iets voor jou is. Het gaf mij de nodige motivatie om mijn droom waar te maken en leerkracht te worden. De praktijkervaring die ik nog steeds opdoe, helpt me om de theorie te leren.”
Onderwijsassistenten kunnen een deel van de oplossing zijn voor het lerarentekort in Vlaanderen en Brussel. OVSG stelde dit voor in het Memorandum aan de nieuwe Vlaamse regering in 2024. Moderne HR-instrumenten én opleidingen zijn broodnodig om gemotiveerde mensen met andere achtergronden aan te trekken.
Walentina Cools, algemeen directeur van OVSG besluit: “Een job als onderwijsassistent kan deel uitmaken van een duidelijke loopbaanladder waarin onderwijsassistenten kunnen doorgroeien naar een lerarenopleiding. Dat versterkt niet alleen henzelf, maar ook de hele school.”