18/06/2025

Een klacht is vervelend, maar je leert eruit’

Met een klein team en veel overtuiging verdedigt Kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens de kinderrechten in Vlaanderen. Het aantal klachten neemt elk jaar toe en het aandeel van vragen over onderwijs stijgt tot 45%. Een klacht is iets vervelends, niemand vindt dat leuk, maar je kunt er veel uit leren. De melders hebben zeker niet altijd gelijk, maar je kunt het ook zien als een kans om je schoolklimaat te verbeteren.”

Caroline Vrijens
Kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens ziet het aandeel van onderwijs toenemen in de vragen.

Het Kinderrechtencommissariaat heeft een dubbele functie. De klachtenlijn is er voor kinderen, jongeren, ouders en professionals. De vele vragen voeden hun tweede opdracht: beleidsadviezen geven aan het Vlaams Parlement en andere beleidsmakers. De individuele vragen tonen aan waar structurele knelpunten zitten. 

Caroline Vrijens: Met onze twee klachtenbehandelaars voor onderwijs kunnen we onmogelijk de toevloed aan vragen in detail behandelen. Het is onze rol om tweedelijnsondersteuning te bieden. De school is de eerste lijn, maar soms weten ouders of leerlingen niet bij wie ze terechtkunnen met een klacht. Wat is de procedure? Is het schoolreglement hierover duidelijk? Ik begrijp heel goed dat scholen al een massa opdrachten hebben, maar met ontevredenheid moet je hoe dan ook aan de slag. Je hebt er dus baat bij om duidelijk te maken waar ze met een klacht terechtkunnen. Daarnaast kan heldere en zorgzame communicatie de voedingsbodem wegnemen om verdere stappen te zetten.” 

Over welke thema’s krijgen jullie meldingen? 

Caroline Vrijens: Dat is heel gevarieerd: de lange busritten voor buitengewoon onderwijs, gezagsproblemen en pesten, sancties en schorsingen, inclusie, … Soms gaat het over de essentie: geen plaats vinden op school. Ons beleidswerk focust onder meer op de structurele knelpunten, zoals het plaatstekort in buitengewoon onderwijs of de druk op de CLB’s.”

En dat leidde in het najaar tot een rapport in samenwerking met de CLB’s?

Caroline Vrijens: Wij hoorden al jaren dat de centra aan het verzuipen waren. Daarom besloten we te bevragen wat hun grootste problemen waren. Het toenemende aantal steeds complexere vragen in combinatie met de wachtlijsten in de hulpverlening stond op één. Doordat een gezin maanden of jaren moet wachten, moet het CLB te lang overbruggen en kan het minder preventief werken of op de kerntaken focussen. Bovendien werken de centra met beperkte mensen en middelen. Ook het lerarentekort en het plaatstekort in scholen wegen op hun werking. De boodschap die we samen willen brengen is dat onderwijs en welzijn in hetzelfde bad zitten. We moeten samenwerken om te vermijden dat jongeren tussen de mazen van het net vallen.” 

Wat kan een school doen om preventief te werken?

Caroline Vrijens: Besteed aandacht aan verbindende communicatie en heldere taal. Neem je pestbeleid duidelijk op in je schoolreglement. Ouders van een gepest kind horen soms van leraren en directies we zijn ermee bezig …’, zonder toelichting hoe ze dit willen aanpakken of welk pestbeleid de school hanteert, maar dat versterkt het gevoel dat ze in de steek gelaten worden. Ze moeten perspectief krijgen en horen welke concrete stappen het team zet. En ik pleit voor herstelgericht werken bij moeilijk gedrag. Ik weet dat directies hun teamleden en de andere leerlingen willen beschermen, maar onze oproep is om de kaart te blijven trekken van àlle kinderen. Scholen die een sterk beleidsvoerend vermogen hebben, zijn meestal ook sterker in het omgaan met klachten.” 

Hoe ziet de optimale relatie tussen school, leerlingen en ouders eruit?

Caroline Vrijens: Cruciaal is dat scholen betrokkenheid stimuleren, dat leerkrachten, ouders en leerlingen elkaar waarderen en begrijpen. Ik denk ook aan diversiteitssensitief werken. Connectie maken zit in kleine dingen: gesprekjes aan de schoolpoort, een schoolfeest dat verschillende culturen zichtbaar maakt … Als een ouder zich welkom voelt en weet dat zijn kind erbij hoort, dan zal die naar de school zelf stappen, in plaats van naar een klachtenlijn te bellen. Een noodzakelijke voorwaarde is dat scholen goed ondersteund worden: voldoende personeel, hulp van een pedagogische begeleidingsdienst. En tot slot moet de school kunnen samenwerken met partners buiten onderwijs, zoals het lokale bestuur, brugfiguren, een armoedevereniging, … Zo voelt de school zich ingebed in een geheel van actoren en dat ervaren ouders en leerlingen ook.” 

Ook aan leerlingenparticipatie besteden jullie veel aandacht.

Caroline Vrijens: Het is zo belangrijk dat leerlingen zich gehoord voelen, dat heb ik gemerkt tijdens de coronacrisis. Als er een leerlingenraad op school is, moeten ze weten dat er écht geluisterd wordt en dat er acties aan gekoppeld worden. Maar een participatief klimaat in de klas is even belangrijk. Vanaf de kleuterklas zouden kinderen gestimuleerd moeten worden om respectvol te zeggen wat ze denken en te luisteren naar elkaar.” 

Jullie vroegen dat kinderrechteneducatie opgenomen zou worden in de nieuwe minimumdoelen. Waarom? 

Caroline Vrijens: In vergelijking met andere landen staan we daar niet zo sterk in. Sommige scholen focussen op kinderrechten in landen in het zuiden, maar kinderrechten gaan over hier en nu. Onze oproep is: informeer kinderen over de rechten die ze hebben: een veilige omgeving, kunnen leren, vrije tijd … Het is in de eerste plaats de rol van volwassenen om die rechten te garanderen, maar kinderen moeten ze tenminste kennen zodat ze er mee voor kunnen opkomen.” 

Wat is de rol van lokale politici op het vlak van kinderrechten? 

Caroline Vrijens: Elke beleidsactor zou kennis moeten hebben van kinderrechten en die uitdragen. Als schepen kun je ervoor zorgen dat kinderen participeren in het lokale beleid, zoals dat gebeurt in kindvriendelijke steden en gemeenten. De rol van het schoolbestuur is zeker ook belangrijk als eerste lijn in geval van klachten of bemiddeling. Het bestuur kan de klachten verzamelen, die analyseren en daaruit leren.” 

Welke dossiers staan er nog op de agenda? 

Caroline Vrijens: Binnenkort gaan we met het team de agenda voor de volgende jaren vastleggen. We zijn bezig met een dossier over kinderen en jongeren die tijdelijk thuis zitten omwille van gedragsproblemen of die definitief uitgesloten zijn. Er zijn nog zo veel belangrijke onderwerpen: jongeren in een asielprocedure, moeilijke echtscheidingen, de impact van sociale media … Daar wil ik in mijn tweede termijn als kinderrechtencommissaris graag werk van maken.” 

Meer informatie?

Het jaarverslag 2024 en de publicatie Straffe school! Welke straffen zijn er? vind je op www​.kin​der​rech​ten​.be.